L.F.M. Verheij
In dit artikel wordt een beeld gegeven van de wijze waarop de Engelse rechter sinds de inwerkingtreding
van de Human Rights Act 1998 wetten toetst aan het EVRM. De gewijzigde constitutionele
verhouding tussen rechter en wetgever staat daarbij centraal. Na de inleiding wordt de rechterlijke
toetsing beschreven zoals deze bestond vr de inwerkingtreding van de Human Rights Act 1998.
Vervolgens wordt kort ingegaan op de inhoud van de Human Rights Act 1998 waarmee het EVRM
in de Engelse rechtsorde is gencorporeerd. Daaropvolgend wordt de belangrijkste rechtspraak op
grond van artikel 3 en 4 van de genoemde wet besproken, waarna wordt afgesloten met een korte
rechtsvergelijkende beschouwing. Daarin wordt de rechterlijke toetsing van wetgeving aan het
EVRM in Nederland en in het Verenigd Koninkrijk met elkaar vergeleken.
Verdieping | Verdiepend artikel
januari 2007
AA20070028