A. van Weelden
De Duitse razzia’s onder Nederlandse niet-joodse jongeren begin februari 1943 waren een schending van het bezettingsrecht – het Landoorlogreglement (LOR) – en leidden tot een eerste vorm van collectief burgemeestersverzet tegen de bezetter. Vanaf midden 1942 was de Duitse bezetter echter reeds begonnen met het deporteren van de Nederlandse joden, eveneens een evidente schending van het LOR. Dit artikel gaat in op de vraag waarom een dergelijk collectief protest en beroep op het LOR van de burgemeesters uitbleef toen hun joodse stadgenoten opgepakt werden ter deportatie.
Verdieping | Studentartikel
oktober 2008
AA20080704