Toont alle 5 resultaten

Boegbeeld van de deformalisering in het strafrecht: Charles Moons (1917-2005)

W.E. Haak

Charles Moons wordt beschreven als een strafrecht jurist die de formalisering in het strafrecht hoog in het vaandel had staan. Hij stond bekend als iemand die erg vernieuwend bezig was en had als advocaat-generaal vaak een andere opvatting dan de in die tijd gebruikelijke. Later maakte Moons deel uit van de Hoge Raad en in 1981 werd hij zelfs president van het hoogste rechtscollege van Nederland. Moons was betrokken bij de oprichting van het Wetenschappelijk Bureau bij de Hoge Raad.

Perspectief | Ars Longa Vita Brevis
mei 2006
AA20060357

Deformalisering in het burgerlijk procesrecht; hoedt u voor namaak!

H.W. Wiersma

In deze bijdrage aan de serie Rode draad 'Rechtsmiddelen' wordt de roep en de processen rondom deformalisering van het burgerlijk procesrecht besproken.

Opinie | Redactioneel | Overig | Rode draad | Rechstmiddelen
april 2001
AA20010209

Eindbeslissingen en tussentijds beroep

R.S. Meijer

De twee in deze bijdrage te behandelen onderwerpen stellen in hun onderlinge samenhang belangrijke vragen aan de orde over de inrichting van de civiele procedure. Het trefwoord daarbij is ‘proceseconomie’. Kwaliteit en snelheid zijn naast toegankelijkheid de hier onbetwiste vereisten van doelmatigheid, maar over de vraag hoe die vereisten optimaal moeten worden ingevuld en wat hun onderlinge rangorde moet zijn, bestaan zeer uiteenlopende visies.

Overig | Rode draad | Rechstmiddelen
juli 2001
AA20010535

Van request-civiel naar herroeping

C.J.J.C. van Nispen

In deze bijdrage aan de Rode Draad wordt beschreven hoe de, historische, regeling van het request-civiel wordt omgevormd tot de regeling van herroeping in het burgerlijk proces.

Opinie | Opiniërend artikel | Overig | Rode draad | Rechstmiddelen
juni 2001
AA20010432

Verbetering kennelijke verschrijving in uitspraak

G.R. Rutgers

Hoge Raad 15 mei 1998, RvdW 1998, 107C, ECLI:NL:HR:1998:ZC2656 (Zevenbergen/NV Interpolis Schade) Geen hogere voorziening is toegelaten tegen een beslissing op een verzoek tot verbetering van een kennelijke vergissing in een uitspraak, tenzij de rechter ten onrechte de regel dat een kennelijke verschrijving tot verbetering moet kunnen leiden niet heeft toegepast of buiten zijn toepassingsgebied is getreden, dan wel zodanige essentiële vormen niet in acht heeft genomen dat niet kan worden gesproken van een eerlijke en onpartijdige behandeling. Het verzoek is niet aan termijn gebonden.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
december 1998
AA19980976

Toont alle 5 resultaten