M. den Heijer, T.J.P. van Os van den Abeelen
Consideransen van EU-richtlijnen zijn in de afgelopen decennia uitgedijd en deels gedeformeerd door veelvuldige normatieve pseudo-artikelen en parafraseringen. De EU heeft interne (niet-bindende) regels die dat niet toestaan. Het kan zorgen voor verwarring voor gebruikers van de richtlijnen en voor ongewenste extra ruimte voor de lidstaten die de richtlijnen moeten omzetten in nationale wetgeving. Dat moet worden tegengegaan en de hoop is dat het Europese Hof van Justitie in een nu aanhangige zaak uitdrukkelijk zal uitspreken dat dergelijke overwegingen geen ‘kracht van wet’ hebben.
Advertorial
Verdieping | Verdiepend artikel
december 2020
AA20201149