Toont alle 3 resultaten

‘Though this be madness, yet there is method in ‘t’.

De codificatie van het internationaal privaatrecht in Boek 10 Burgerlijk Wetboek

M.V. Polak

Post thumbnail In deze bijdrage onderzoekt Martijn Polak wat de codificatie van het internationaal privaatrecht in Boek 10 Burgerlijk Wetboek wel en niet inhoudt. Na een korte beschrijving van de geschiedenis van de codificatie van het ipr bespreekt hij de totstandkoming, systematiek en inhoud van Boek 10, de verhouding daarvan tot de deelcodificaties van het ipr die tussen 1981 en 2008 tot stand zijn gebracht en de onderdelen van het ipr die niet in Boek 10 te vinden zullen zijn.

Verdieping | Verdiepend artikel
april 2011
AA20110274

Naam van moeder, naam van vader of toch van allebei?

M.L.H. Gelauff

Op 21 maart jl. stemde de Eerste Kamer in met het wetsvoorstel Introductie gecombineerde geslachtsnaam. Naar verwachting treedt de wet op 1 januari 2024 in werking. Door deze wet kunnen ouders onder andere straks voor hun kind niet alleen de geslachtsnaam van de moeder of van de vader kiezen, maar ook een combinatie daarvan. Hoe de nieuwe keuzemogelijkheden uitwerken, licht Maril Gelauff toe in deze wetgevingsbijdrage.

Annotaties en wetgeving | Wetgeving
oktober 2023
AA20230783

Veelheid van rechtsbronnen: één IPR?

A.V.M. Struycken

Het recht verdraagt geen wanorde. Wanordelijk recht schiet tekort in het doen ontstaan en voortbestaan van gerechtigheid in de maatschappelijke verhoudingen. De redactiecommissie van dit Bijzonder nummer ziet een probleem ontstaan; zij vindt het althans van belang zich de vraag te stellen of de harmonie in het recht heden ten dage kan worden behouden bij de veelheid en de betekenis van de niet-Nederlandse rechtsbronnen. In het onderstaande wordt gepoogd enige gedachten te ontwikkelen over de wijze waarop de wetgever bij voorkeur te werk zou moeten gaan in de sector internationaal privaatrecht (IPR). Eerst wordt ingegaan op de vraag waar de Nederlandse wetgever de wettelijke voorschriften van IPR bij voorkeur zou moeten onderbrengen (I). Vervolgens komt aan de orde de vraag hoe verdragsregels en EG-voorschriften zouden moeten worden ingepast (II).

Bijzonder nummer | Rechtsharmonie - Wetsharmonie
mei 1996
AA19960347

Toont alle 3 resultaten