Toont alle 3 resultaten

ABN Amro NV-Ontvanger

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 14 mei 1993, nr. 14978, ECLI:NL:HR:1993:ZC0960, NJ 1993, 658, nt. WMK (ABN Amro NV/Ontvanger) Arrest en noot waarin de noodzaak voor een onderscheid tussen roerende en onroerende zaken weer eens duidelijk wordt. De casus, die nog speelt onder het oude recht, gaat om het verschil van inzicht tussen de bank en de fiscus over het al dan niet roerend zijn van onderdelen van een fabriek die tot zekerheid zijn overgedragen aan de bank. Dit alles moet gezien worden in het licht van het bodembeslag dat de fiscus ingevolge de Invorderingswet 1990 kan leggen. In de noot gaat prof. mr. S.C.J.J. Kortmann in op de regeling van hulpzaken in het nieuwe recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1994
AA19940104

Gerritse q.q. c.s.-Ontvanger

S.C.J.J. Kortmann

Hoge Raad 12 mei 1989, nr. ECLI:NL:HR:1989:AC2498, RvdW 1989, 132 (Gerritse q.q. c.s./Ontvanger). Ook bekend als Sigmacon I. Arrest van de Hoge Raad waarin het bodembeslag van de Ontvanger centraal staat. Normaalgesproken kan een schuldenaar zich alleen verhalen op de eigendommen van de schuldenaar. Het bodemrecht van de fiscus maakt daar een uitzondering op. In deze zaak vond de Ontvanger dat de curator dat deze en de overige schuldenaren onrechtmatig handen gehandeld door doormiddel van een bepaalde constructie het bodemrecht te ontwijken. De Hoge Raad oordeelt dat dit geoorloofd was. In de noot wordt dieper op het bodemrecht en de afwikkeling van faillissement in gegaan.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
februari 1990
AA19900104

Het fiscaal bodemrecht: de impasse duurt voort

D.F.H. Stein

Toen men in 1990 de nieuwe Invorderingswet (Iw 1990) invoerde, werd vanwege de vertraging rondom de invoering van het nieuwe BW de status quo rondom het fiscaal bodemrecht gehandhaafd. Dit ‘recht’ bestaat uit twee ‘componenten’. Op grond van artikel 21 lid 2 Iw 1990 heeft de fiscus een voorrecht op alle goederen van de schuldenaar (bodemvoorrecht). Daarnaast zijn op grond van artikel 22 lid 3 Iw 1990 ook goederen van derden vatbaar voor verhaal door de fiscus. Wel werd in de zogeheten ‘horizonbepaling’ (art. 70 Iw 1990) bepaald dat artikel 22 lid 3 Iw 1990 zou komen te vervallen op 1 januari 1993, tenzij (i) een wetsvoorstel met een definitieve regeling van het fiscaal bodemrecht bij de Tweede Kamer zou zijn ingediend, of (ii) een wetsvoorstel zou zijn aangenomen ter verlenging van de vervaltermijn met ten hoogste een jaar. Meer dan twintig jaar later zijn we nog steeds in de situatie die in 1990 als ‘tijdelijk’ werd ingevoerd.

Opinie | Redactioneel
juni 2011
AA20110413

Toont alle 3 resultaten