J.W. Zwemmer
Hoge Raad 17 november 1993, nr. 28587, ECLI:NL:HR:1993:ZC5505, BNB 1994/36
Uitspraak van de Hoge Raad waar de vergoeding van koffie door de werkgever in verhouding met de inkomstenbelasting centraal staat in het kader van het gelijkheidsbeginsel. De Hoge Raad oordeelt daarbij met de volgende rechtsregel: 'Als niet-ambulante werknemers op basis van begunstigend beleid van de belastingdienst onbelast vergoeding van hun uitgaven voor koffie kunnen krijgen, brengt deze begunstiging op grond van het gelijkheidsbeginsel met zich mee dat degenen die van hun werkgever daarvoor geen vergoeding krijgen, deze kosten af kunnen trekken.'
Annotaties en wetgeving | Annotatie
juli 1994
AA19940526