ambtenarenrecht

Toont alle 4 resultaten

Nawoord op bovenstaande reactie

Th.G. Drupsteen

Nawoord bij een reactie over proceskostenvergoeding in het ambtenarenrecht.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 1993
AA19930028

Over bommeldingen, knokpartijen en diefstal van een paar sokken in het ontslagrecht

S.F. Sagel, A.M. Ubink

Vergeleken wordt in hoeverre het plegen van een delict in het civiele-en het ambtenarenrecht een geldige reden voor ontslag oplevert. Bezien wordt welke factoren bij de beoordeling van een ontslag om die reden meespelen. Aan de hand van twee ambtelijke ontslaggronden zal uiteen worden gezet dat de amb¬tenarenrechter onder invloed van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur altijd een nauwkeurige afweging van al die factoren vereist. De civiele jurisprudentie is niet zo eenduidig. Schrijvers onderscheiden met betrekking tot het ontslag op staande voet een 'harde' en een meer 'menselijke' lijn. Ook wordt ingegaan op de mogelijkheid om de arbeidsovereenkomst na het plegen van een delict te ontbinden. In dat kader wordt gepleit voor een juist gebruik van de mogelijkheid om een vergoeding toe te kennen.

Verdieping | Studentartikel
oktober 1997
AA19970672

Reactie op ‘Vergoeding proceskosten ambtenarenrecht’

M. Melaard

Reactie op een noot bij een uitspraak die eerder aan de orde kwam in Ars Aequi over de proceskostenvergoeding in het ambtenarenrecht. De auteur is het met het eerdere artikel eens maar vindt het toch nodig om enige kritische kanttekeningen te plaatsen.

Opinie | Reactie/nawoord
januari 1993
AA19930026

Vergoeding proceskosten ambtenarenrecht

Th.G. Drupsteen

Centrale Raad van Beroep (CRvB) 17 december 1991, ECLI:NL:CRVB:1991:ZB4288, nr. MAW1990/116, AB 1992, 163 m.nt HH, TAR 1992, 38 m.a. R.M. van Male De CRvB komt in deze uitspraak, na veranderende inzichten en gevoelens in de samenleving, terug op het oordeel dat proceskosten alleen onder bijzondere gevallen voor vergoeding in aanmerking komen als schade bij een vernietigd besluit. De CRvB zegt daar wel bij dat het niet gaat om een gehele proceskostenvergoeding maar dat deze kosten tussen het bestuursorgaan dat in het ongelijk wordt gesteld en de ambtenaar dient te worden verdeeld. De CRvB komt tot dit laatste oordeel omdat de ambtenarenrechter niet lijdelijk is, het niet verplicht is om juridische bijstand in te roepen en zaken zeer verschillend kunnen zijn. De Raad besluit dat een omgekeerde gang van zaken, een ambtenaar die in het ongelijk gesteld wordt, voor een gedeelte in de proceskosten te veroordelen; dit zou een te groot procesrisico voor de ambtenaar meebrengen. In een bijlage bij de uitspraak geeft de CRvB een regeling en berekeningsmethode om de proceskostenverdeling te bepalen bij een onrechtmatig besluit. In de noot wordt dieper op de proceskostenveroordeling ingegaan en gekeken naar de gelijkschakeling met de regeling in civiele procedures.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 1992
AA19920614

Toont alle 4 resultaten