Toont alle 3 resultaten
D. Penna
In hoeverre kan de bestudering van Romeins en Byzantijns recht toegevoegde waarde hebben bij de uitleg en de toepassing van het huidige recht? Aan de hand van een voorbeeld zal ik in deze bijdrage op die vraag ingaan. Ik zal mij daarbij richten op de discussie die in Nederland is ontstaan over groepsaansprakelijkheid (art. 6:166 BW). Naar aanleiding van Byzantijnse en westerse commentaren over groepsaansprakelijkheid zal ik ook ingaan op de verhouding tussen de Byzantijnse en de westerse juridische traditie en de rol die Byzantijns recht kan spelen bij de interpretatie van het Corpus Iuris Civilis.
Verdieping | Verdiepend artikelnovember 2023AA20230873
W.H. van Boom
Hoge Raad 2 oktober 2015, nr. 14/01909, ECLI:NL:HR:2015:2914, AV&S 2016, p. 49, NJ 2016/194 Criminele organisatie en artikel 6:166 BW.
Annotaties en wetgeving | Annotatiejuni 2016AA20160447
S.M. Bartman
Rechtbank Den Haag 27 juni 2018, nr. C/09/487488 / HA ZA 15-505 en C/09/487499 / HA ZA 15-507, ECLI:NL:RBDHA:2018:7746 (Novomatic c.s./Betsoft c.s.); Gerechtshof 's-Hertogenbosch 26 maart 2019, ECLI:NL:GHSHE:2019:1151 (Detacom/KSD c.s.)
Annotaties en wetgeving | Annotatienovember 2019AA20190875