Het rechtsgevoel


In juridische beslissingen spelen drie aspekten van de persoonlijkheid mee: het verstand, de wil en het gevoel. Aan de twee eerste aspekten wordt uitgebreid aandacht besteed, een beslissing wordt gemotiveerd met rationele overwegingen en doorgevoerd, bijvoorbeeld de ontruiming na een vonnis met behulp van een overheidsapparaat dat gebonden is aan regels van het recht.

Het gevoel neemt een mystieke plaats in. vormt een soort laatste grond van beslissingen, die zich niet meer door rationele argumenten laat rechtvaardigen. Schollen omschrijft het in het Algemeen Deel als ‘hier sta ik en ik kan niet anders’, de beslissing moet zó zijn en niet anders. De weg tot dit moment is een sprong, van het rationele in het irrationele. Krabbe’s theorie stemt hiermee overeen in zoverre hij stelt dat de wetgeving zich uiteindelijk laat rechtvaardigen door in harmonie te zijn met het rechtsbewustzijn van het volk. Tegenstanders van zijn theorie merken op: ‘ja, maar wiens rechtsbewustzijn geeft dan de doorslag, er zit verschil in het rechtsbewustzijn van een werkster en dat van een professor.’ Tegenwoordig zou je zeggen: ‘er zit verschil in het rechtsbewustzijn van een kraker en een speculant’, ofwel: ‘uw rechtsorde is de onze niet’ (Polak).


Verschijningsvorm: Maandbladartikel (download pdf)

Auteur(s): C. Smit-Karsten

Verschijning: augustus 1981

Archiefcode: AA19810409

Algemeen juridisch