Gemeente, erfpacht en rechtsbescherming
Na de Tweede Wereldoorlog is als gevolg van de grote woningbehoefte en de industrialisatie het grondbeleid van gemeenten steeds actiever geworden. Steeds meer is de gemeente grond gaan verwerven, minnelijk of via onteigening, om deze vervolgens bouwrijp te maken en uit te geven in erfpacht, te verkopen of te verhuren, zowel voor woningbouw als voor industrievestiging. Deze uitgifte van grond nu biedt de gemeente – als eigenares – de mogelijkheid om allerlei bijzondere bedingen in de betreffende contracten op te nemen, die niets of slechts zijdelings iets te maken hebben met de verhouding erfpachter/erfverpachter, koper/verkoper. Verhuur van grond door de gemeente komt zelden voor en zal hier verder buiten beschouwing worden gelaten terwijl de bij verkoop voorkomende ‘verkoopregulerende bedingen’ reeds in het AA-nummer van juni 1979 aan de orde kwamen, zodat ook deze vorm van uitgifte hier verder buiten beschouwing zal worden gelaten. Wij zullen ons hier beperken tot de bedingen bij erfpacht. Onderzocht zal worden in hoeverre de gemeentelijke overheid gebruik of misbruik maakt van een al dan niet aanwezige machts- en monopoliepositie bij het aangaan van overeenkomsten van erfpacht. Voorts zal gekeken worden naar de mogelijkheden van rechtsbescherming van de burger door de rechter en naar de eventuele wenselijkheid van rechtsbescherming op andere wijze, bijvoorbeeld
door middel van stringente wettelijke bepalingen.
U heeft geen toegang tot de download(s) van dit product.
Login of bekijk onze abonnementen





