D.H. de Jong
Hoge Raad (strafkamer) 7 april 1987, nr. 80.197, ECLI:NL:HR:1987:AB9733, NJ 1987, 587 (redelijke termijn)
Als een strafzaak niet binnen redelijke termijn wordt behandeld, is niet-ontvankelijkheid van het OM niet het enig mogelijke gevolg daarvan. Het staat de rechter in dat geval namelijk vrij - als aan alle overige voorwaarden voor een veroordeling van de verdachte voldaan is - een lagere straf op te leggen dan bij zonder schending van de desbetreffende rechten van de verdachte zou hebben gedaan. Daarbij dient bij de mate van deze schending in aanmerking te nemen en tevens aan te geven tot welke verlaging bij daarin aanleiding heeft gevonden.
oktober 1987
AA19870628