Meesters-column

Resultaat 1–12 van de 19 resultaten wordt getoond

Artikel 1639 w BW in opspraak

Petri

Als een wetsartikel een ‘iemand’ was, zou men van artikel 1639w BW kunnen zeggen dat een bijna vijfenzeventig-jarige de laatste tijd ‘in opspraak’ is gekomen. Drie punten zijn daarbij punt van discussie. Het eerste punt is: maakt een partij, die een einde aan een arbeidsovereenkomst probeert te krijgen volgens 1639w BW en met voorbij gaan van het GAB geen oneigenlijk gebruik van dat artikel. Het tweede punt wordt gevormd door de onzekerheid die voortvloeit uit het feit dat de wetgever geen behoorlijke regels heeft gegeven voor de bevoegdheid van de rechter die de ontbinding volgens het artikel moet geven en voor de behandeling van verzoeken ertoe. Een derde punt daartoe betreft het ontbreken van de gewone mogelijkheid van hoger beroep en cassatie ten aanzien van beslissingen volgens het artikel.

Meesters-column
april 1981
AA19810164

Behandeling van klachten over politie-optreden

F.H. von Meyenfeldt

Meesters-column
december 1982
AA19820711-2

De rechter in arbeidszaken. Bandenlapper of vormgever?

D. Christe

Meesters-column
juli 1981
AA19810333

De stand van zaken met betrekking tot de wet Openbaarheid van Bestuur

H.N. Schelhaas

Meesters-column
mei 1980
AA19800294

Het voorontwerp van een wet op de rechtshulp

P. van den Biesen

Meesters-column
april 1980
AA19800233

HP en het Philipsmerk

J.A. Peters

De Haagse Post heeft reclame gemaakt voor zich zelf met het beeldmerk van Philips, alleen waren de sterren in het beeldmerk vervangen door hakenkruizen. Dit als illustratie op de voorpagina ter aankondiging van een in dat nummer van HP voorkomend artikel. De illustratie werd verrijkt met een inleidende kop in kleine letters Eindhoven 1920-1940 en als hoofdtitel stond erbij in veel grotere letters de terreur van de Philipspolitie. Duidelijk dus waarover het zou gaan. Alleen de inleidende kop was wel klein en weggelaten in de van het betrokken nummer gemaakte reclame in de dagbladen. Philips eiste in kort geding voor de Amsterdamse Rechtbank een verbod van verdere inbreuk op het Philipsmerk, rectificatie op de voorpagina van een volgend nummer en in de dagbladen waarin reclame voor het HP nummer was gemaakt; daarnaast werd nog geëist dat het betreffende nummer uit de handel werd genomen.

Meesters-column
februari 1982
AA19820061

Il-legaal = ‘Ill-egaal’

A. van Driel

Enkele ervaringen van en een poging tot prognose door een advocaat, rond de gevolgen van de Wet Arbeid Buitenlandse werknemers van 1 november 1979.

Meesters-column
juni 1980
AA19800346

Nihilbeding en bijstandsverhaal

N. van der Graaf, F. Keulen

Meesters-column
AA19810473

Nogmaals: HP en het Philipsmerk

P.A.C.E. van der Kooij

Meesters-column
juni 1982
AA19820286-2

Ondernemingsrecht en effectiviteit

B. Geersing

De betekenis van wetgeving zal in de toekomst nog in belang toenemen. Die stelling lijkt gerechtvaardigd als sociale wetenschappers uitspreken, dat de wetgeving de werkgever tot verbetering van de kwaliteit van de arbeid zal moeren dwingen. De situatie wordt ingewikkelder als tevens uit geschriften van sociale wetenschappers twijfel blijkt over de deskundigheid van vele wettenmakers op hun terrein. Ondeskundigheid, omdat voldoende kennis over een bepaald werkelijkheidsgebied plus de kennis over de effecten, van de op grond van die deskundigheid getroffen wettelijke maatregelen, niet bestaat. Ook bij juristen bestaat ontevredenheid over het wetgevingsproces. Het ministerie van Sociale Zaken wordt verweten geen goede reputatie te hebben op het terrein van wetgeving. In dit verwijt wordt vooral kritiek op de onduidelijke formuleringen in de WOR '79 geuit. Bovendien wordt door juristen gesteld, dat de wetgever in zijn taak te kort schiet, ingrijpende veranderingen in de samenleving te beantwoorden met de vorming van nieuw recht. In de jaarvergadering van de Nederlandse Juristenvereniging (NJV) van 1979 wordt uitvoerig kritiek geuit op het bestaande wetgevingsproces. Preadviseur Scheltema stelt daarbij uitdrukkelijk het vraagstuk van de effectiviteit van wetgeving aan de orde. Hij constateert een ernstig gebrek aan kennis omtrent dit vraagstuk. Vragen naar effecten van wetten, naar het ontstaan van niet voorziene en wellicht schadelijke neveneffecten, naar het juiste sanctiesysteem, en naar beter werkende alternatieven, worden volgens hem nauwelijks gesteld. Het macabere is, dat de discussie naar aanleiding van de beide preadviezen, zijn stelling bevestigt. De enige. die meer dan terloopse aandacht aan het vraagstuk van de effectiviteit besteedt is afkomstig uit dezelfde vakgroep van de RU Groningen als waartoe de preadviseur behoort. Het ontbreken van voldoende empirisch materiaal behoeft ons er niet van te weerhouden het vraagstuk van de effectiviteit aan te pakken, zo menen anderen. Het onderscheid tussen de adressanten- en de adressaten-positie, kan al leiden tot enige theorievorming vanuit de adressaten-optiek. Men zou zich moeten afvragen: 'Hoe zou je procedure en inhoud moeten aanpassen aan de behoeften van mensen? Waarom zouden we dan ook niet de slogan '"wetgeving met een menselijk gezicht" aanheffen?' aldus Van Maarseveen, een voorstander van deze theorievorming.

Meesters-column
januari 1981
AA19810014

Ontbinding BV’s op vordering van het Openbaar Ministerie

H. de Doelder

Meesters-column
maart 1982
AA19820129

Reactie: Enige van de vele misverstanden inzake het in opspraak gebrachte art. 1639w BW

A.P. Funke

‘Artikel 1639w BW in opspraak’ is de intrigerende titel van het interessante opstel van de Nijmeegse en Boxmeerse kantonrechter Petri in Ars Aequi van april 1981. Die opspraak zal wel voortduren zolang de wetgever niet voor een goede tekst zorgt en artt. 429u-429r Rv. niet voor de procedure van 1639w in werking stelt Hoewel 1639w in opspraak is geraakt en veel over de tong gaat, neemt zijn populariteit nog steeds toe. Genoemd opstel geeft mij aanleiding de volgende misverstanden te signaleren.

Meesters-column
juni 1981
AA19810286

Resultaat 1–12 van de 19 resultaten wordt getoond