Toont alle 3 resultaten

Het canonieke recht in de Nederlandse rechtsorde

Twee probleemgevallen en een rechtsvergelijking

Q. Mauer

Post thumbnail Artikel 2:2 BW waarborgt een soepele doorwerking van het canonieke recht in de Nederlandse rechtsorde. Leken kunnen de indruk hebben dat ambtsdragers van de Rooms-Katholieke Kerk, zoals de pastoor, volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben over de rechtspersonen waar ze leiding aan geven. Deze bevoegdheid is echter dikwijls door het canonieke recht ingeperkt. Dit kan leiden tot een doorkruising van het rechtszekerheidsbeginsel, wanneer private contractspartijen overeenkomsten sluiten met deze ambtsdragers die geen volledige vertegenwoordigingsbevoegdheid hebben. In dit artikel wordt dit probleem uitgelegd aan de hand van twee recente zaken en een rechtsvergelijking met een ‘concordaatsland’.

Verdieping | Verdiepend artikel
maart 2023
AA20230187

Katholiek tuchtrecht

A.P.H. Meijers

Post thumbnail Het pastoraat is het werkveld van de kerk. Daarin worden fouten gemaakt. Van kerkgemeenschappen wordt verwacht daartegen tuchtrechtelijk op te treden. Deze vraag was en is dringend wanneer in het pastoraat seksueel misbruik wordt gepleegd. In deze bijdrage wordt een overzicht van de recente ontwikkeling van het tuchtrecht binnen de katholieke kerk gegeven met bijzondere aandacht voor de problematiek van seksueel misbruik.

Bijzonder nummer | Tuchtrecht
juli 2016
AA20160554

Non bis in idem of de schoonheid van de rechtsgeschiedenis

W.F. van Hattum

Post thumbnail

De afgelopen jaren deed ik onderzoek naar de achtergronden van artikel 68 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Dit artikel formuleert de voorwaarden waaronder een tweede vervolging wegens hetzelfde feit niet wordt toegestaan: non bis in idem. Aanleiding om mij in dit onderwerp te verdiepen vormden enkele arresten van de Hoge Raad. De Hoge Raad beriep zich voor zijn standpunt of er wel of geen sprake was van een tweede vervolging wegens hetzelfde feit op ‘de strekking van art. 68’ en ‘het beginsel van het artikel’. De vraag was: op welk beginsel beriep hij zich? Waar stond het? Waar kwam het vandaan? De antwoorden die ik in de geschiedenis vond, boden een verrassende blik op de gebeurtenissen, de taal, de ontwikkelingen, en de personen rond dit onderwerp. Zij ontsloten onder meer de bron van de woorden non bis in idem en de betekenis die zij in de loop der eeuwen kregen. Mijn bijdrage gaat over deze twee historische aspecten van de regel.

Overig | Rode draad | Historische wortels van het recht
april 2013
AA20130314

Toont alle 3 resultaten