Ars Aequi februari 2013


‘If You Shoot My Dog, I’ma Kill Yo’ Cat’. Deze zin uit een hip-hopnummer is tekenend voor het recht op vergelding dat in de hiphopwereld heel normaal is. Ook op andere vlakken bestaan grote verschillen tussen hoe juristen over het recht denken en hip-hop law. Voor juristen kan het dan ook leerzaam zijn om het recht door de ogen van leken – in dit geval dus hiphopartiesten – te zien. Om die reden onderzochten hoogleraar Jan Smits en studenten Andrei Ernst, Steven Iseger and Nida Riaz de teksten van vijf Amerikaanse en zes Britse hiphopartiesten. Ze onderscheiden daarbij de vier belangrijkste principes in hip-hop law.

Verder besteden we in dit nummer aandacht aan een breed scala aan onderwerpen, zoals de aanpak van mensenhandel en arbeidsuitbuiting (Joanne van der Leun) en de doorwerking van bestuursrechtspraak in de praktijk (Marc Hertogh). Ook discriminatie van vrouwen in de politiek (annotatie SGP-zaak) en in het bedrijfsleven (redactioneel) komt aan bod, evenals (soms dubieuze) waarheidsvinding en bewijsgaring in het strafprocesrecht (Eric Rassin, annotatie bij de Vidgen-zaak en de column van Roel Schutgens).

Bekijk inhoudsopgave


Verschijningsvorm: Maandbladexemplaar (download pdf / epub)

Verschijning: februari 2013

ISSN: 2212-5205