Ars Aequi april 2022


Het gebruik van een chirurgische robot met artificiële intelligentie roept specifieke aansprakelijkheidsvragen op. Ontwikkelingen op het gebied van zowel technologie als wetgeving zijn meer dan welkom, aldus Yosri Hafez in zijn studentartikel in het nieuwste nummer van Ars Aequi. Christiaan Alberdingk Thijm legt aan de hand van het arrest Dutch FilmWorks uit dat het niet zo eenvoudig is voor de Nederlandse rechter om in zaken waarin verschillende rechten botsen, zoals IE-rechten vs. privacyrechten, het door het HvJ voorgeschreven ‘juiste evenwicht’ te vinden.

Verder gaat Jacques Sluysmans in op de vraag of, en zo ja hoe, het instrument van de onteigening kan worden ingezet bij het werken aan een oplossing voor de stikstofproblematiek. Zijn conclusie is dat die inzet zeker mogelijk en nuttig kan zijn. Volgens Pauline Westerman moeten we afstappen van de misvatting dat consistente toepassing van de wet geen keuze zou toelaten tussen verschillende mogelijke toepasbare regels en verschillende feitencomplexen. En het is naar de mening van Rebecca Zeilstra onterecht dat nudging, een nieuw beleidsinstrument waarmee de Nederlandse overheid experimenteert, binnen de juridische wereld weinig aandacht krijgt.

In de Rode Draad ‘Grenzeloze Grondwetten’ legt Gert Jan Geertjes uit hoe het mogelijk is dat grondwetbepalingen omtrent de verhoudingen binnen en tussen regering en parlement uit 1848 met behulp van conventies toch bij de tijd kunnen blijven. Ruth Bader Ginsburg a.k.a. Notorious RBG staat centraal in de Blauwe Pagina’s-bijdrage van Esther de Boer. En Philip Fruytier vertelt over zijn proefschrift, getiteld ‘De civielrechtelijke inbedding van het besluitenaansprakelijkheidsrecht’. Dit en nog veel meer staat in het aprilnummer van Ars Aequi.

Bekijk inhoudsopgave


Verschijningsvorm: Maandbladexemplaar (download pdf)

Verschijning: april 2022

ISSN: 22125205