Toont alle 2 resultaten

Een mensenrechtenadvocaat aan het woord: strategisch procederen in goede en slechte (of uitermate zorgwekkende) tijden

Een interview met Channa Samkalden

W.Y. Hu, D. Pistora

Post thumbnail Mensenrechten zijn aan de orde van de dag. Er zijn vele manieren om een bijdrage te leveren aan dit maatschappelijk debat. Een daarvan is het inzetten van een juridische procedure om de naleving van mensenrechten door de Staat en/of ondernemingen ter discussie te stellen. Redacteuren van Ars Aequi gaan daarom in gesprek met Channa Samkalden, mensenrechtenadvocaat te Amsterdam, over strategisch procederen, mensenrechten en de maatschappelijke tendens.

Perspectief | Perspectiefartikel
juni 2023
AA20230478

Urgenda tegen de Staat der Nederlanden: aan wiens kant staat de Nederlandse burger eigenlijk?

O. Spijkers

Post thumbnail In het rechtbankvonnis (2015) in de Urgenda-zaak werd het nalaten van de Nederlandse Staat om de uitstoot van broeikasgassen vanuit Nederlands grondgebied tot een aanvaardbaar niveau terug te (doen) brengen, beschouwd als een schending van de zorgplicht (gevaarzetting) van artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek. Door dit nalaten bracht Nederland de eigen bevolking in gevaar. In 2018 kwalificeerde het gerechtshof datzelfde nalaten door de Staat als een schending van de mensenrechten van de Nederlandse bevolking, in het bijzonder het recht op leven en een schone leefomgeving. In deze bijdrage onderzoek ik of de Urgenda-zaak gezien kan worden als een succesvol voorbeeld van strategisch procederen voor mensenrechten, dat wil zeggen het op een strategische manier inzetten van een juridische procedure, waarin de mensenrechten centraal staan, om op deze wijze te proberen algemene beleids­wijzigingen teweeg te brengen in het belang van de samenleving als geheel. Daarbij kijk ik ook naar de reactie van de Nederlandse samen­leving op deze procedure. Die lijkt verdeeld. Sommige Nederlandse burgers beschouwen Urgenda als een stichting die moedig opkomt voor de goede zaak, anderen hebben juist meer sympathie voor de weifelende Nederlandse Staat.

Opinie | Opiniërend artikel
maart 2019
AA20190191

Toont alle 2 resultaten