Resultaat 1–12 van de 13 resultaten wordt getoond
R. de Graaff, E.F. Verheul
Afgelopen najaar sprak Ars Aequi met prof.mr. H.C.F. Schoordijk. Bij hem thuis in Goirle ging het onder meer over het lezen van arresten, de staat van het juridisch onderwijs en zijn nieuwste boek.
Perspectief | Interviewjanuari 2015AA20150068
C.J.H. Jansen, J.M. Smits, L.C. Winkel
Intellectuele biografieën van zestien belangrijke Nederlandse juristen geven een beeld van de doorwerking van rechtstheorie en rechtsfilosofie in het privaatrecht, strafrecht en staatsrecht van de twintigste eeuw.
9789069165127 - 29-11-2004
E.F. Verheul
Algemeen wordt aangenomen dat in artikel 3:86 BW de zogenoemde legitimatieleer van Scholten is gecodificeerd: de door de vervreemder uitgeoefende feitelijke macht over de zaak schept een vermoeden dat hij eigenaar is en de verkrijger te goeder trouw die daar op afgaat, wordt beschermd als de vervreemder niet beschikkingsbevoegd blijkt te zijn. In dit artikel wordt daarentegen betoogd dat de wet niet zozeer rechtsgevolgen verbindt aan feitelijke macht aan de zijde van de vervreemder, maar aan de door de verkrijger verworven feitelijke macht.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 2016AA20160590
C.E. Smith
Hoe achterhalen wij de betekenis van Hamlet, de Magna Charta of een testament? De methoden van de natuurwetenschappen – observatie, deductie en experiment – volstaan hier niet. Om een tekst te begrijpen dienen we volgens Gadamer de gehele historische context te begrijpen waarin zowel tekst als lezer liggen ingebed. De methode van de geesteswetenschappen vereist daarom niet distantie, maar juist betrokkenheid van de onderzoeker.
Literatuur | Boekbesprekingapril 2015AA20150333
W. Wijtvliet
Amerikaans empirisch onderzoek naar rechterlijk gedrag schetst een ander beeld van rechtsvinding dan juristen gewend zijn. Uit de huidige stand van zaken van dergelijk, voor Europa relevant onderzoek, blijkt onder meer dat rechters in hun oordeelsvorming niet slechts worden gestuurd door juridische overwegingen, maar ook worden beïnvloed door hun ideologie.
Verdieping | Verdiepend artikelmei 2016AA20160353
J.M. Milo
Perspectief | Perspectiefartikelmaart 2017AA20170240
C.J.H. Jansen
Inleiding tot de studie van het Nederlandsche recht van L.J. van Apeldoorn (eerste druk 1933) is lang in het collectieve geheugen van Nederlandse juristen blijven hangen. Vermoedelijk speelde het lidmaatschap van de NSB van de auteur daarbij een rol, maar de hoge kwaliteit van het boek zal hier ook zeker aan hebben bijgedragen. Corjo Jansen bespreekt in dit artikel het boek en plaatst het in context.
Literatuur | Boekbesprekingjanuari 2021AA20210093
J.G. Brouwer, L.M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, A.E. Schilder
In het februarinummer 2020 van Ars Aequi schreven M. Bruijn, J. Koornstra, B. Roorda, J. Schilder & J. Brouwer ‘Over vermeende wetshistorische interpretatie en selectieve rechtsvinding’. Harm Kloosterhuis en Carel Smith schreven daarop deze reactie. Met nawoord van Bruijn, Koornstra, Roorda, Schilder & Brouwer.
Opinie | Reactie/nawoordjuni 2020AA20200568
L. van den Berge
Naar Franz Kafka wordt vaak verwezen als symbool van kille bureaucratie en overdreven regelzucht. Volgens Lukas van den Berge waarschuwt Kafka ons juist voor wat er kan gebeuren als beambten zich niet aan algemene regels houden. Maar belangrijker nog: zijn werk herinnert ons aan de verantwoordelijkheid die wij dragen voor ons eigen handelen en beslissen. Voor juristen valt het belang daarvan haast niet te overschatten.
Verdieping | Verdiepend artikelseptember 2022AA20220658
A.S. Hartkamp
Rechten gaan studeren, het recht blijven bestuderen en belangstelling ontwikkelen voor het recht – hoe is dat in mijn geval verlopen?
Blauwe pagina's | Eerste kennismakingmaart 2025AA20250172
E.H. Hondius
In deze column pleit Ewoud Hondius voor (meer) verwijzingen naar de wereldliteratuur.
Opinie | Columnapril 2021AA20210345