Toont alle 6 resultaten

Is de (rechts)positie van de minderjarige in de nieuwe Wet op de jeugdzorg daadwerkelijk verbeterd?

P. Ros, D. Sol

Op 1 januari 2005 is de nieuwe Wet op de Jeugdzorg in werking getreden. Daarmee is de rechtspositie van de minderjarige weliswaar versterkt, maar er blijft reden voor kritiek. Alle jeugdzorg achter n loket lijkt efficint, maar onder omstandigheden kan het recht op jeugdzorg een relatief recht blijken te zijn. Pure winst is dat probleemjongeren door een aangekondigde wetswijziging niet meer in de strafrechtelijke justitile jeugdinrichtingen terecht komen. De nieuwe wet zal echter door het bestuursrechtelijke karakter van de indicatiestellingen en de hoge (administratieve) werkdruk met een gebrek aan een uniforme werkwijze, ernstige incidenten niet steeds kunnen voorkomen. Bovendien lijkt het hoog tijd dat de medewerkers van jeugdzorg aansluiting vinden bij de wet BIG. De competentie van de kinderrechter is weliswaar een goede keuze, maar hij dient als bestuursrechter, op grond van de materile normen in de nieuwe wet, voller dan slechts marginaal te toetsen. Tenslotte dreigt er door een wetswijziging een dubbele rechtsingang te ontstaan bij omgangsaangelegenheden na echtscheiding.

Verdieping | Studentartikel
april 2006
AA20060239

januari 1988

Katern 25: Jeugdrecht

F. van Kranen

juni 1988

Katern 27: Jeugdrecht

F. van Kranen

maart 1989

Katern 30: Jeugdrecht

F. van Kranen

juni 1990

Katern 35: Burgerlijk procesrecht

R.J.C. Flach, J.W. Rutgers

september 1994

Katern 52: Jeugdrecht

J.H. de Graaf

Toont alle 6 resultaten