D. de Vries
De Nederlanders kwamen in de zeventiende eeuw in het bezit van verscheidene koloniale gebieden in zowel de ‘Oost’ als de ‘West’. In deze koloniën werden slaven gehouden. In de Nederlandse Gewesten waren er geen slaafgemaakten. Om de overzeese slavernij te reguleren liet de koloniale wetgever zich daarom inspireren door het Romeinse recht. Aan de hand van een tweetal voorbeelden wordt geïllustreerd dat de koloniale wetgever de Romeinse regels echter niet klakkeloos overnam, maar de toepassing van de regels liet afhangen van de omstandigheden in de koloniën en de door de koloniale overheid nagestreefde doelen.
Rode draad | Buiten Westen
april 2025
AA20250298