L. ten Haaf
Via de rechter wordt getracht om steeds verdergaande beschermingsmaatregelen voor het ongeboren kind af te dwingen, met als nieuwe ontwikkelingen toestemming voor een gedwongen keizersnede en een vervolging voor poging tot doodslag en mishandeling van de ongeborene. De vraag is echter of het wenselijk is dat de bescherming van het ongeboren leven aan de rechter wordt overgelaten en of het recht wel voldoende aanknopingspunten biedt om het ongeboren kind te beschermen tegen schadelijk gedrag van de zwangere vrouw.
Verdieping | Verdiepend artikel
mei 2025
AA20250337