Toont alle 2 resultaten

Leegstand, kraken en antikraak

H. Priemus

Post thumbnail Deze bijdrage presenteert een beknopte geschiedenis van het kraken in Nederland en de discussies over de daarmee samenhangende wetgeving: de Anti-kraakwet, de Leegstandswet en de Wet Kraken en Leegstand. De auteur staat stil bij het fenomeen anti-kraken en signaleert twee actuele problemen: de rechtspositie van anti-krakers en de machteloosheid van gemeenten op het terrein van de leegstandbestrijding.

Opinie | Opiniërend artikel
mei 2011
AA20110362

Mariënburcht

M.S. Groenhuijsen

Hoge Raad 16 oktober 1990, nr. 86988, ECLI:NL:HR:1990:AD1248, NJ 1991, 442 m.nt. G.J.M. Corstens (Mariënburcht) In dit arrest en de daarbij behorende noot wordt ingegaan op de problematiek die speelt bij het deelnemen aan een criminele organisatie, destijds een 'rechtspersoon met een crimineel oogmerk'. Deze strafzaak speelde zich af in het krakersmilieu en hing samen met de grootschalige ontruiming van een kraakpand in Nijmegen waarbij er door de bewoners van het pand en sympathisanten veel verzet werd geboden. De vraag is nu in hoeverre dat deelnemers deel uitmaken van een vereniging die ten doel had strafbare feiten te plegen. De Hoge Raad komt de conclusie dat het hof een juiste uitspraak heeft gewezen ten aanzien van art. 140 Sr (oud) waarbij op de verschillende bestanddelen wordt ingegaan. In de noot wordt dieper ingegaan op de geschiedenis van art. 140 Sr (oud), de bestanddelen van dit artikel en tenslotte wordt ingegaan op de verhouding tussen art. 140 Sr (oud) en het legaliteitsbeginsel.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
mei 1991
AA19910416

Toont alle 2 resultaten