Toont alle 3 resultaten

De reikwijdte van de plicht tot conforme interpretatie in het strafrecht tegen de achtergrond van de verhouding tussen de Europese en de nationale rechtsorde

J.G.H. Altena-Davidsen

Mag de nationale rechter weigeren een strafbepaling conform te interpreteren terwijl het Europese recht hem daartoe verplicht, indien conforme interpretatie volgens hem in strijd is met het legaliteitsbeginsel van artikel 1 Strafrecht? Deze vraag wordt bekeken vanuit verschillende constitutionele theorieën over de verhouding tussen het Europese en het nationale recht.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120552

Duits Constitutioneel Hof zet verhoudingen in de Europese rechtsorde op scherp over de bevoegdheden van de ECB

M. van der Sluis

Bundesverfassungsgericht (Duits Constitutioneel Hof/BVerfG) 5 mei 2020, ECLI:DE:BVerfG:2020:rs20200505.2bvr085915, 2 BvR 859/15 (PSPP) Het PSPP-arrest van het Duitse Constitutioneel Hof (het Bundesverfassungsgericht, hierna BVerfG) gaat over twee juridische problemen. In de eerste plaats gaat het over de manier waarop de rechter de uitoefening van bevoegdheden door de Europese Centrale Bank (ECB) controleert. In de tweede plaats gaat het over de verhouding tussen het recht van de Europese Unie (EU) en nationaal recht.

Annotaties en wetgeving | Annotatie
oktober 2020
AA20200972

Zoekt en gij zult (rechts)vinden. Over gedeeld gezag in de Europese rechtsorde

H.J. van Harten

In dit artikel voor het Bijzonder Nummer ‘Zoeken naar hiërarchie’  verkent Herman van Harten de relatie tussen het Hof van Justitie van de EU en nationale rechters. Hoewel de eindverantwoordelijkheid over de uitleg van het Europees recht bij het Hof van Justitie ligt, hebben ook nationale rechters in dit kader een belangrijke rol. Verreweg de meeste zaken waarin Europees recht aan de orde is, worden niet door het Hof van Justitie, maar door nationale rechters beoordeeld. Van Harten benadrukt de eigenstandige rol van nationale rechters bij de behartiging van het Europees recht en betoogt dat de verhouding tussen het Hof van Justitie en de nationale rechter zich moeilijk laat vatten in termen van hiërarchie.

Bijzonder nummer | Zoeken naar hiërarchie | Overig
juli 2012
AA20120541

Toont alle 3 resultaten