Banner Hoge Raad
Banner RU Onderneming & Recht
Banner Maverick
Banner Raad van State
Banner Hoge Raad
Banner RU Onderneming & Recht
Banner Maverick
Banner Raad van State

Vind een bijzonder nummer

Kies het jaar of thema van het bijzonder nummer en ga naar de aflevering.

Deeplink naar deze pagina:
https://arsaequi.nl/bijzondernummer/1994_kunst-recht


Bijzonder nummer 1994 – Rechtsvergelijking

‘Besloten’ vennootschappen: quasi-nv of quasi-vof?

Enkele rechtsvergelijkende notities

M.J.G.C. Raaijmakers

De Nederlandse bv is niet meer dan een 'quasi-nv'. Haar wettelijke statuut is te weinig toegesneden op 'besloten' verhoudingen, waarin de aandeelhouders-partners samenwerken krachtens daartoe strekkende regeling. Anders dan bij een beurs-nv, zijn de hoedanigheid van bestuurder en aandeelhouder hier veelal in dezelfde personen verenigd. Bij rechtsvergelijking blijkt dat het wel degelijk mogelijk is om rechtspersoon en contract in een 'besloten' rechtspersoon met elkaar te verenigen. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de Amerikaanse close corporation en de Duitse GmbH. Deze tussenvorm, die men als 'quasi-vof' kan aanmerken, blijkt in de praktijk tegemoet te komen aan een duidelijke behoefte.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940340

Artikel 6:211 BW en de Engelse law of restitution

H.J. van Kooten

Kan hetgeen ter nakoming van een nietige overeenkomst is gepresteerd, uit onverschuldigde betaling worden teruggevorderd? Onder het oude BW beantwoorde de Hoge Raad deze vraag bevestigend. Immers, een nietige overeenkomst doet geen verbintenissen ontstaan en hetgeen uit doen hoofde is betaald, kan daarom ongedaan worden gemaakt. Dat is ook de hoofdregel onder het huidige BW. De terugvorderingsactie zal echter niet slagen voor zover deze in strijd komt met de redelijkheid en billijkheid. In deze bijdrage wordt onderzocht wat redelijkheid en billijkheid in artikel 6:211 BW eisen. Het Engelse restitutierecht dient daarbij als bron van inspiratie.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940311

Bescherming en beperking van grondrechten vergeleken

H.R.B.M. Kummeling

In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste uitgangspunten en beginselen die ten grondslag liggen aan de grondrechtenbescherming in een aantal Lid-Staten van de EG. Tegelijk wordt een aantal actuele vraagstukken omtrent grondrechtenbescherming meegenomen. Met name wordt besproken de mogelijke noodzaak tot het introduceren van materiële afwegingscriteria, het nu al jaren voortslepende debat over constitutionele toetsing in Nederland en ten slotte de gevolgen van de Europese integratie voor de grondrechtenbescherming, met daarbij in het bijzonder de vraag waarom incorporatie van het EVRM in het EG-recht zo moeizaam van de grond komt.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940360

De externe werking van een trustverhouding tegenover derden naar Engels en Nederlands recht

G.T.M.J. Raaijmakers

Met de dogmatische scheiding tussen bet verbintenissenrecht en het goederenrecht is de trust tot op de dag van vandaag steeds als aparte rechtsfiguur uit het Nederlandse recht geweerd. Pitlo zei over deze scheiding echter al: 'te gecompliceerd in het maatschappelijk leven, dan dat de kernvragen van het burgerlijk recht in een sobere, enkelvoudige zin tot oplossing zouden zijn te brengen. De sobere zin kan hoogstens het uitgangspunt vormen voor nadere overdenking." Dit blijkt duidelijk bij het denken over normen met betrekking tot de Nederlandse trust-achtige verhouding. In dit verband kan veel worden geleerd van het Engelse recht.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940331

De rol van rechtsvergelijking bij de totstandkoming van wetten

J.M. Polak

In dit artikel beschrijft de auteur aan de hand van een op hande zijnd proefschrift de gebruikmaking van rechtsvergelijking bij de totstandkoming van wetten. Als begintpunt gaat de auteur in op het gebruik van rechtsvergelijking bij het BW en de Awb. Van daaruit worden vragen geformuleerd zoals: 'Waarom moet er gebruik worden gemaakt van rechtsvergelijking voor de totstandkoming van wetgeving?' en 'Wanneer moet er rechtsvergelijking bedreven worden?' en 'Welke rechtsstelsels dienen er bekeken te worden?'. Verder in het artikel wordt daar antwoord op gegeven.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940297

Goederenrecht in de Europese Unie

S.E. Bartels, G.R. de Groot

De goederenrechtelijke stelsels van de Lid-Staten van de Europese Unie vertonen aanzienlijke onderlinge verschillen. Dit kan het vrije verkeer van goederen, diensten en kapitaal nadelig beïnvloeden. Daarom is op onderdelen communautair ingrijpen geboden. In deze bijdrage wordt een drietal goederenrechtelijke onderwerpen belicht die mogelijk geraakt zullen worden door Europese regelgeving: zekerheidsrechten, genotsrechten, alsmede bescherming van derden te goeder trouw en verkrijgende verjaring. Alvorens echter tot normstelling over te gaan, dient zorgvuldig rechtsvergelijkend onderzoek te worden verricht.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940321

Inleiding

S.E. Bartels, M.J. Kroeze, M.A. Leijten, G.T.M.J. Raaijmakers

Inleiding van de redactiecommissie bij het bijzonder nummer 'Rechtsvergelijking' over het nut ervan. Ook wordt er een korte historie geschetst over rechtsvergelijking in Europa sinds de 19de eeuw.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940271

Proloog

D. Kokkini-Iatridou

De timing van de verschijning van de onderhavige bundel is bijna perfect te noemen en de initiatiefnemers hiervan verdienen alle lof. Het is immers onontbeerlijk aan de vooravond van een eeuw geschiedenis moderne rechtsvergelijking, die met het Parijse Congres van 1900 is begonnen, de cruciale vraag nog eens aan de orde te stellen: Bestaat er een paradigma voor rechtsvergelijking?

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940273

Rechtsvergelijking en rechtsvinding in burgerlijke zaken

I.R. Jong, L. Strikwerda

Welke rol vervult rechtsvergelijking bij rechtsvinding door de Hoge Raad in burgerlijke zaken? Deze vraag staat in dit artikel centraal. Een vijftal wordt onderscheiden waarin buitenlands recht aan de orde komt In deze gevallen blijkt het rechtsvergelijkend argument een steeds wisselende rol te spelen. Als zelfstandig interpretatie-argument is rechtsvergelijking een betrekkelijk zeldzame verschijning in de rechtsvinding van de Hoge Raad.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940284

Rechtsvergelijking en taal

W. Pintens

Er bestaat een nauw verband tussen rechtsvergelijking en bet vertalen van teksten. De rechtsvergelijker zal gevonden informatie vaak in een anderstalig verslag moeten verwerken. Daarbij zal hij merken dat dit vertalen niet eenvoudig is en dat zowel een grondige kennis van de vreemde taal als van het bestudeerde rechtsstelsel noodzakelijk is. De auteur formuleert enkele vuistregels die de jurist kunnen behoeden voor een amateuristische rechtsvergelijking.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940290

Rechtsvergelijking in het bestuursrecht

E.M.H. Hirsch Ballin, N. Verheij

De bestuursrechtelijke rechtsvergelijking is, in vergelijking met de privaatrechtelijke rechtsvergelijking, nog nauwelijks geïnstitutionaliseerd. Niettemin speelt rechtsvergelijking in het Nederlandse bestuursrecht van oudsher een belangrijke rol. Juist ook op fundamentele punten is veel ontleend aan vooral het Franse en Duitse bestuursrecht. Dat houdt verband met de gebrekkige ontwikkeling van het Nederlandse bestuursrecht tot aan de Tweede Wereldoorlog. Inmiddels is die achterstand op onze buurlanden goeddeels ingelopen. De hernieuwde belangstelling voor rechtsvergelijking in het bestuursrecht sedert ongeveer vijftien jaar richt zich dan ook meer op verfijningen dan op fundamenten. Te verwachten is dat onder invloed van de toenemende Europese samenwerking en integratie rechtsvergelijking steeds belangrijker zal worden. Nederland, dat nu beschikt over een moderne codificatie, zal daarbij niet langer alleen als importeur, maar ook als exporteur van bestuursrecht kunnen optreden.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940371

Rechtsvergelijking, rechtsgeschiedenis en ius commune

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een recente polemiek

R. Zimmerman

Wat behoort het doel van het onderwijs en de bestudering van het Romeinse recht aan een hedendaagse universiteit te zijn? Moet daarbij het klassieke Romeinse recht of het ius commune dat daarop gegrond is, beklemtoond worden? Moet de accent liggen op elegantia of op utilitas? Behoort de bestudering van derechtsgeschiedenis binnen rechtenfaculteiten te geschieden, of is dit eerder een taak van de geschiedkundige? Dit zijn sommige van de belangrijke vragen die naar voren zijn gekomen in een recente polemiek tussen professor Ankum en professor Zwalve. Aangezien het dit tijdschrift was, dat voorzag in het forum voor deze polemiek, en aangezien zowel Ankum als Zwalve daarnaast verwijzen naar een van mijn werken ten einde hun argumenten te ondersteunen, wil ik graag gebruikmaken om hier mijn eigen mening te geven over sommige van de onderwerpen die aangeroerd zijn. Deze onderwerpen zijn nauw verbonden met het onderwerp dat mij is voorgeschreven door de redactiecommissie van dit bijzonder nummer: rechtsvergelijking, rechtsgeschiedenis en ius commune. Ik wil de nadruk leggen op bevindingen in Duitsland, maar ik denk dat veel van mijn waarnemingen ook opgaan, mutatis mutandis, voor andere landen van west-Europa.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940276

Straf(proces)recht de toegevoegde waarde van de spiegel!

J.F. Nijboer bewerkt door P.A.M. Mevis

Internationale straf(proces)rechtelijke rechtsvergelijking wordt vrij algemeen erkend als een belangrijke tak van de strafrechtswetenschappen. Er bestaan specialisten en er is ook een grote groep wetenschappers en practici die zich om uiteenlopende redenen met de vergelijking bezig houden. Net als is het privaatrecht is het mogelijk om rechtsfamilies te onderscheiden. Naar het oordeel van de auteur is het nut van zo'n onderscheiding afhankelijk van het motief of doel van de rechtsvergelijkende exercitie. Voor een grondig inzicht in stelsels en families is het wezenlijk het recht niet te technisch op te vatten, maar oog te hebben voor de (historische) ontwikkeling en de maatschappelijke (economische, sociale, politieke, levensbeschouwelijke) context: recht als integrerend onderdeel van de cultuur. In dit opstel worden uiteenlopende aspecten van de internationale vergelijking van straf- en strafprocesrecht belicht, met gebruikmaking van praktijkvoorbeelden.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940381

Theory of public conmparative law: the structural-empirical method

A.K. Koekkoek, P.J. van Niekerk

Von der Erkenntnissen, die die Rechtsvergleichung liefert, Gebrauch zu machen, ist für die Rechtphilofophie (...) ein dringende Notwendigkeit. Trotzdem lässt dem gegenwärtigen Zeitpunkt nur feststellen, dass Zusammenarbeit zwischen Rechtphilosophie und Rechtsvergleichung noch eine Zukunfstidee ist. (Constantinesco 1972: 340-341)

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940349

Uitgangspunten van een rechtsvergelijkende theorie: een paradigma voor de lage landen

Th.M. de Boer

In de theorie van de rechtsvergelijking wordt nog heftig gedebatteerd over fundamentele vragen. Wat is rechtsvergelijking, en wat niet? Wat is het doel of nut van rechtsvergelijking? Welke methoden moeten er in rechtsvergelijkend onderzoek worden gehanteerd? Zolang de theoretici niet een zekere mate van overeenstemming over de uitgangspunten hebben bereikt, bevindt de rechtsvergelijking zich nog in een 'pre-paradigmatische fase'. In dit artikel wordt onderzocht hoe ver we gevorderd zijn met de ontwikkeling van een aannemelijke rechtsvergelijkende theorie.

Bijzonder nummer | Rechtsvergelijking
mei 1994
AA19940303