Procedurele toetsing, het EHRM en rechtseenheid en diversiteit


Bij de beoordeling van materiële rechten richt het EHRM zich steeds vaker op de kwaliteit van de nationale besluitvormingsprocedure. Zo ook in de Garib-uitspraak tegen Nederland waarbij het oordeelde over de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek. Maar wat houdt deze ‘procedurele trend’ nou eigenlijk precies in? En, hoe verhoudt het zich tot de taakstelling van het EHRM om de EVRM-rechten te beschermen en de noodzaak van het respecteren van sommige verschillen tussen staten? Deze bijdrage gaat nader in op deze vragen.