De gespleten opdracht van het recht

Autonomie en verbondenheid in het privaat-, straf- en staats- en bestuursrecht


De nabijheid van anderen is voor volwaardig menszijn onontbeerlijk, maar kan ons ook tot stikkens toe benauwen. Het moderne recht tracht ons lucht te geven door scheidingen aan te brengen tussen individuen onderling. Maar tegelijk zal het  moeten erkennen dat de mens een gemeenschapswezen is dat in afzondering van anderen niet volwaardig kan existeren. Hoe kan het recht aan die gespleten opdracht het best voldoen? Dit artikel bespreekt aan de hand van de bijdragen aan dit Bijzonder Nummer hoe de spanning tussen idealen van autonome vrijheid en gebondenheid het gehele recht in haar greep houdt.